Een jaar of twee geleden, ik bevond me toen nog in het uitgeputte stadium van burn-out, vroeg iemand me of ik hoogsensitief was. De vraag kwam nogal uit het niets, en ik antwoordde met een vrij korte, verontwaardigde neen. Hooggevoelige mensen zijn snel op hun teentjes getrapt, raken makkelijk en zonder reden van streek, zijn over-emotioneel en gebruiken hun ‘toestand’ om aandacht te krijgen. Uitslovers dus. En neen, daar hoorde ik wis en waarachtig niet bij!
Dat was toen. En nú, wel, nu is mijn idee daarrond ietsiepietsie veranderd, ja. Ik ben onmiskenbaar hoogsensitief. Overgevoelig, snel geëmotioneerd en met een tamelijk uitgesproken ego dat meestal (lees: ‘altijd’) gelijk heeft. Maar wat meer is, ik vind het kei-normaal. En leuk. Positief. Tof gewoon. Super eigenlijk.
Hoe dat zo gekomen is en wat het voor mij betekent? Wel, hsp is volgens mij niks meer of minder dan een bepaalde mate van bewustzijn, het voelen van het onzichtbare. Groeien in bewustzijn, als het ware ontwaken en meer bewust worden van gedrag, emoties en gewaarwordingen van jezelf en anderen in je omgeving (en vice versa), gaat gelijklopend op met een bepaalde mate van hooggevoeligheid. Het ene is onlosmakelijk verbonden met het andere: zonder fijngevoeligheid geen bewustwording, en zonder bewustwording geen fijngevoeligheid. Popt het dilemma van ‘de kip of het ei’ nu ook bij je op? Wel, ik heb geen idee wat er het eerste was, maar ik ga er van uit dat die vraag niet van belang is. (Weg met die fluisterende, van de wijs brengende innerlijke criticus, ha! 😉 )
Ik ben het niet eens met hsp-belangenverenigingen die er van uit gaan dat hoogsensitiviteit ‘aangeboren’ is. Voor mij is iedereen in min of meerdere mate hooggevoelig, en past hsp in een subtiel merkbare maatschappelijke trend (genaamd evolutie), waarbij we langzaam van de derde (fysieke, meetbare) naar vierde en vijfde (niet-fysieke) dimensie schuiven, en waar spiritualiteit terug een meer prominente plaats inneemt. Een aantal gelijkaardige maatschappelijke trends die hierbij aanleunen zijn bv. de opkomst van een meer intuïtieve manier van ondernemen (kleinschalig, vrouwelijk, lokaal), de verschuiving van de conventionele naar de integratieve geneeskunde, de toename van burn-out bij vooral ook jonge mensen, de verschuivingen naar integrale gezondheidszorg en thuiszorg, de toenemende interesse voor cohousing en andere alternatieve woonwijzen, …
Hoogsensitiviteit is dus geen toestand om zich zorgen over te maken, en is al zeker geen aandoening of ziektebeeld. Hoe meer je het pad van zelfzorg, zelfontplooiing en bewustzijn bewandelt, hoe meer je je ‘bewust’ wordt van geuren, kleuren, gevoeligheden, energieën, emoties (van jezelf, van anderen, van ruimtes, van processen…) en van de gewaarwordingen die deze op je lichaam hebben.
Net zoals met alles is de kunst van AANVAARDING ook hier key. Er is niks mis met af en toe aangeven dat de muziek te luid voor je staat, je je niet goed voelt bij massaevenementen, je de geur in de kamer niet verdraagt of je plots uit het niets door vreemde gevoelens overmand wordt. Gun jezelf je grens, jij beslist tot waar en niet verder, own it. Geef toe aan de signalen die je lichaam je geeft: ‘hier en nu zorg ik voor mezelf, geef ik mij wat ik nodig heb’. Zonder drama, zonder schuldgevoel. Merk je deze toch op, hou het dan op oordeelloos observeren: je innerlijke criticus wordt geheid rustig met een regelmatige portie compassie. Zalig is dat, toch?
Allemaal goed en wel, maar wat is nu het nut van dit alles? Mijn ervaring is dat er in die gevoeligheden, net zoals bij alle andere lichamelijke gewaarwordingen of (ziekte-) symptomen, groei schuilt. Daarom ook dat ik mijn lijfelijke gewaarwordingen zo boeiend vind. Ze zijn niet altijd leuk, best wel pijnlijk soms, en zeker niet altijd handig of welkom. Maar onmiskenbaar boeiend. Gevoeligheden en lichamelijke gewaarwordingen moedigen je (vaak ten zeerste tegen je wil) aan tot rust, stilte, terugtrekken, afstand nemen van alles rond je. Enkel in rust maak je contact met je diepere ik. In rust kan je je gewaarwordingen opnieuw opzoeken, ze observeren, onderzoeken, plaatsen, omarmen en integreren. Het heeft me bijna twee jaar ‘gekost’ alvorens ik ruimte aan dit proces kon geven, en het (en daarmee mezelf) op waarde kon schatten. Een helse tocht, maar oh boy, dat is het waard geweest.
Net zoals alles in het leven heeft ook hsp dus een goede/makkelijke en een minder goede/uitdagende kant. Welke kant wil jij belichamen? De kant die blij is, bloeit en groeit, en je steeds meer in contact brengt met je zelf? Of de kant die je blokkeert, zorgt dat je bang bent om stappen te nemen en belemmert dat je waardevolle zaken over jezelf en je leven ontdekt? Dat, mijn beste, is een vraag die je je elke dag opnieuw mag stellen…